Wat is de betekenis van aangluipen?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aangluipen

(gluipte aan, heeft aangegluipt), tersluik beloeren, met valse blik aankijken.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aangluipen

gluipte h. -gegluipt (ter sluik, geniepig beloeren): iem. -.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aangluipen

('a:n) (gluipte aan, heeft aangegluipt) gluipend aanzien ; iemand -.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aangluipen

Aangluipen - (gluipte aan, heeft aangegluipt), ter sluik beloeren. AANGLUIPING, (-s).

Gerelateerde zoekopdrachten