Aalsteek
1. m., het steken van aal met de aalschaar en vandaar : het recht om aal te steken : de aalsteek hebben, pachten, verpachten; — 2. v. (aalsteken), plaats waar men aal mag steken.
Van Dale Uitgevers (1950)
1. m., het steken van aal met de aalschaar en vandaar : het recht om aal te steken : de aalsteek hebben, pachten, verpachten; — 2. v. (aalsteken), plaats waar men aal mag steken.
Jozef Verschueren (1930)
('a:l) (...steken) I. m. Eig. het steken van aal . II, Metn. 1. m. het recht daartoe. 2. v. plaats waar men aal steekt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aal'steek, m., 1. het recht om aal te steken: de — pachten, verpachten; 2. (aalsteken), de plaats waar men aal mag steken.
J.H. van Dale (1898)
Aalsteek - m. het vangen van aal met de aalschaar; het recht om aal te steken: den aal steek hebben, pachten, verpachten; - v. (aalsteken) de plaats, waar men aal mag steken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: