Wat is de betekenis van aalpuit?

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aalpuit

m. -en; zie puitaal; -raamnet, o. -netten (vierkant raamwerk met net voor palingvangst); -reep, m. -repen (reep met haken om aal te vangen); -reiger, m. —s (de blauwe reiger; Lat. ardea cinerea); -schaar, v. -scharen (grote vork met drie of vier platte tanden, om aal te steken); -scholver, m. -s; zie schollevaar.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aalpuit

Aalpuit - m. (-en). Zie PUITAAL.

Gerelateerde zoekopdrachten