Wat is de betekenis van aak (v.)?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aak (v.)

Aak - v. (aken) groot, platbodemd, hoog opgeboeid lastschip op den Beneden-Rijn in gebruik; kleiner vaartuig met zoom- of klinkwerk opgeboeid; groote roeiboot op den Rijn. AAKJE, o. (-s).

Gerelateerde zoekopdrachten