Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

Gepubliceerd op 28-07-2017

ritme

betekenis & definitie

(het; -n, -s) SP - iedere geaccentueerde, periodieke (maar niet altijd gelijke) wisseling in een beweging of oefening, met een bep. regelmaat terugkerende beweging: in zijn ritme komen, het juiste tempo, de juiste snelheid, de gewenste beweeglijkheid bereiken; iem. uit zijn ritme halen, brengen, de regelmaat van zijn handelingen, zijn vaste patroon verstoren.

Hordelopen is een kwestie van ritme. De grote hordelopers zien de hindernis eigenlijk niet. Zoals de muzikant die afgaat op de maat van de metronoom, gaan de hordelopers af op hun eigen ritme. Zelfs een horde omverlopen - wat mag - kan ze niet uit de pas brengen. (CAUWE)

< >