Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

Gepubliceerd op 28-07-2017

opbouwen

betekenis & definitie

(ov ww; bouwde op; h. opgebouwd) sp - in elkaar zetten, tot stand brengen, bv. conditie opbouwen.

• Een race als de 1.500 m tactisch opbouwen door de eerste 1.100 m eigen tempo in het peloton te lopen, dan in het kielzog van de snelste renner te gaan ‘hangen’, om de laatste 20 m met een versnelling ‘erop en erover’ te kunnen gaan(JALUI)

< >