(de; -en) LO - manier waarop een atleet in een loopwedstrijd te werk gaat om de overwinning te behalen, wedstrijdplan door de trainer (coach) uitgestippeld.
• Looptactiek: 1. tegenstander nooit in een bocht passeren; 2.tussenruimte tot voorgaande loper niet groter laten worden dan 2 m, anders mag een andere loper ertussen komen lopen; 3. zo veel mogelijk achter een loper blijven die dezelfde paslengte heeft; 4. nooit tegen de wind in passeren; 5. steeds krachten bewaren voor een volledige eindspurt, die tot het eindpunt toe volgehouden kan worden. (BERG2)