Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

Gepubliceerd op 28-07-2017

kip

betekenis & definitie

(de; pen) TU - (uitgesproken als ‘kiep’) turnoefening aan een toestel (bv. brug of rek) waarbij het lichaam uit een liggende of hangende houding in een staande of steunende houding wordt gebracht door na een krachtige zwaai naar voren de gestrekte en gesloten benen op het verste punt te hoeken, daarna de gebogen heupen actief te strekken en de voeten voor-opwaarts te duwen; de armen en benen blijven gestrekt en het bovenlichaam komt mee omhoog zodat bv. in streksteun geëindigd kan worden.

kelderkip, loopkip, zweefkip

< >