Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

Gepubliceerd op 28-07-2017

hink-stap-springen

betekenis & definitie

(alleen onbep. wijs) so - verspringen na een aanloop en afzet vanaf de afzetbalk met een hink, een stap en een sprong, in die volgorde uitgevoerd; de hink (op één been springen) moet zo worden uitgevoerd dat een atleet eerst landt op dezelfde voet als waarmee hij heeft afgezet, bij de stap moet hij landen op de andere voet, waarmee vervolgens voor de sprong moet worden afgezet; na de sprong komt hij terecht in een landingsbak met zacht, vochtig zand zodat de afstand (lengte) van de sprong kan worden opgemeten. Voor internationale wedstrijden wordt aanbevolen om de afzetbalk voor mannen op 13 m en voor vrouwen op 11 m te leggen, gerekend vanaf het begin van de landingsbak. Voor alle andere wedstrijden is de afstand afhankelijk van het niveau van de wedstrijd. (ATLER)

< >