(de; -n, -s) sp - wond, kwetsuur bij sporten (bv. hamstringblessure, overstrekte, gescheurde spieren, zweepslag, zwevend botje, lopersknie, botbreuk, beenvliesontsteking, achillespeesontsteking, turnschouder).
• Wanneer over sportblessures of -letsels wordt gesproken, zullen wij daaronder alle letsels verstaan die het gevolg zijn van het beoefenen van sport. Hieronder vallen dus alle beschadigingen van de huid, van de botten, de spieren, pezen en gewrichten, de inwendige organen, maar ook de gevolgen van extreme kou en hitte, hartstilstand en bijvoorbeeld verdrinking tijdens zwemmen. Ook de gevolgen van doping en het psychisch instorten tijdens het sporten beschouwen wij als sportblessures, (HANEV)