kortstondig aanwezig zijn om zich te tonen.
ergens kortstondig aanwezig zijn om zich te laten zien.
Voorbeelden:
Nieuwkomer in de Lotto-ploeg en een van de mannen om in de Ardennen een meubeltje te redden. Op groot wild jaagt de brigade van Jean-Luc Vandenbroucke dezer dagen wijselijk niet. "Hij vroeg ons dinsdagavond om ons te tonen", vatte Verbeken samen. "Meespringen met een vroege vlucht, onze kop tonen."
De Standaard, 1996