iemand die is geboren in de eerste jaren van de babyboom, de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog die zich voordeed tussen 1945 en 1965.
Voorbeelden:
De vroege babyboomers zijn na een leven hard werken niet geneigd hun kapitaal voor de erfenis opzij te zetten. Shoppen, zes keer per jaar vakantie, veel uit eten: the sky is the limit.
De Morgen, 2003
De vroege babyboomers liepen indertijd met overgave storm tegen 'het klootjesvolk', waarmee ze iedereen behalve zichzelf bedoelden.
http://www.knack.be, 2001