Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

voorjaar

betekenis & definitie

Het begrip voorjaar heeft 2 verschillende betekenissen:

1) periode na het winterweer.
periode die begint na de winter wanneer de natuur weer tot leven komt en de dagen lengen, en die eindigt wanneer de zomerse bloei van planten en gewassen inzet; periode die volgt na het winterweer en voorafgaat aan de tijd met zomerweer.
In de combinaties hieronder vaak voorafgaand aan het nevengeschikte zelfstandig naamwoord lente en soms in een specifiekere, beperktere opvatting, ter aanduiding van de overgangstijd tussen de winter en de eigenlijke lente of tussen winterweer en het echte lenteweer.

2) het eerste seizoen van het jaar; lente.
het eerste van de vier jaargetijden, waarin de natuur na de winter weer tot leven komt, en dat astronomisch gezien op het noordelijk halfrond begint rond 21 maart en eindigt rond 21 juni en er, weerkundig beschouwd, duurt van 1 maart tot en met 31 mei; het eerste seizoen van het jaar; lente.

< >