deelwoord van de verleden tijd.
deelwoord van de verleden tijd; vorm van het werkwoord die aangeeft dat een handeling in het verleden heeft plaatsgevonden.
Voorbeelden:
Het voltooid deelwoord (ook wel verleden deelwoord of participium perfectum genoemd) is een vorm van een werkwoord die in het Nederlands gebruikt wordt om de voltooid verleden tijd, de voltooid tegenwoordige tijd en de voltooid toekomende tijd te vormen. Het voltooid deelwoord maakt deel uit van het werkwoordelijk gezegde.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Voltooid_deelwoord_(Nederlands)
De spelling van het voltooid deelwoord verandert niet als de hoofdpersoon wisselt tussen enkelvoud en meervoud.
http://www.beterspellen.nl/website/index.php?pag=74
Bovendien zullen zij ervaren dat het woordenboek informatie verschaft op het vlak van meervoudsvorming en het geslacht van zelfstandige naamwoorden, de verleden tijd en het voltooid deelwoord van werkwoorden.
http://www.argo.be/pbd/leerplannenbao/leerplannenbao/ lager/lagerned/0542spelli.doc
Toen vroeg mevrouw Hodgson hem of hij zo vriendelijk wilde zijn het voltooide deelwoord van het werkwoord 'eten' te vormen. Er viel een tamelijk lange stilte, maar uiteindelijk antwoordde Louis dat hij weinig zo vervelend vond als mensen die hem voortdurend vragen stelden.
NRC, 1995
