Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

vakwinkelier

betekenis & definitie

uitbater van een vakwinkel.

iemand die voor zijn beroep een vakwinkel uitbaat.

Voorbeelden:
Hij ziet heil in een "makelaar in vorming, een educatieve wijkagent". Iemand die zo dicht mogelijk bij de vrager van vorming staat, zodat hij diens behoefte kan herkennen. Maar ook iemand die op het gebied van vorming van wanten weet. Een vakwinkelier, geen warenhuisjuf. Een makelaar die de deskundigen zelfs kan vragen een product te maken speciaal voor de vormingsbehoefte die hij heeft ontdekt.
De Standaard, 1996

Er zijn veel verschillende soorten goudvissen. Vraag uw vakwinkelier voor advies over welke soort u het beste kunt houden.
http://www.eshalabs.eu/pages_nederlands/product_nederlands.html?&zoom=11, augustus 2012

< >