Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tuinliefhebber

betekenis & definitie

liefhebber van tuinen en/of tuinieren.

iemant die graag in de tuin werkt en/of veel van het bekijken van tuinen van anderen houdt; liefhebber van tuinen en/of tuinieren.

Voorbeelden:
Steeds meer tuinliefhebbers zijn de gelukkige bezitters van een hobbykas.
De Standaard, 1997

Met deze fietstocht wil de tuinkring tuinliefhebbers de gelegenheid bieden prachtige tuinen in het dorp te bekijken.
Meppeler Courant, 1994

De tuinen in Gaasbeek hebben dus geen exclusief toeristisch, maar ook een educatief doel voor vaklieden en tuinliefhebbers.
De Standaard, 1996

Omdat Paul en Annemarie fervente tuinliefhebbers zijn, is achter de expositieruimte een schitterende privétuin met vijvers en ornamenten en beelden aangelegd.
Meppeler Courant, 1995

Aan de hand van dia's liet hij zien hoe tuinliefhebbers door middel van eenvoudige materialen een tuin een mooi aanzien kunnen geven.
Meppeler Courant, 1995

De tuinliefhebber die Sissinghurst nog niet gezien heeft, heeft een gat in zijn cultuur.
De Standaard, 1996

Op het 2 hectare grote terrein zijn verschillende voorbeeldtuinen te vinden voor de echte tuinliefhebber: een kruidentuin, een moestuin, een natuurrijke en een eetbare siertuin.
http://www.dekleineaarde.nl/

Tuinliefhebbers scheppen enkel vreugde in het tuinieren wanneer ze voor hun plantjes kunnen zorgen en kunnen pas echt genieten wanneer zij er alles voor gedaan hebben om het allemaal mooi en gezond te houden.
De Standaard, 1997

De belangstelling en de ongerustheid over erosieproblemen in grote moestuinen zijn, vooral bij biologische tuinliefhebbers, sterk toegenomen.
De Standaard, 1997

< >