Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tengel

betekenis & definitie

Het begrip tengel heeft 2 verschillende betekenissen:

1) lat.
smalle strook of lat, van hout, ook wel van metaal, die gebruikt wordt om naden tussen planken e.d. te bedekken of te vullen, om de panlatten op een schuin dak te bevestigen of om een geraamte te maken op een ruwe wand of een plafond, zodat die eenvoudiger, bv. met behang of linnen, zijn af te werken.

2) hand of vinger.
Alleen in het meervoud.

< >