iemand uit Tanzania.
iemand met de Tanzaniaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Tanzaniaanse volk; iemand die afkomstig is uit Tanzania; inwoner van Tanzania.
In het meervoud ook in toepassing op het volk.
Voorbeelden:
Voor het eerst sinds de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië in 1961 kunnen bijna negen van de in totaal ongeveer dertig miljoen Tanzanianen een president en een volksvertegenwoordiging kiezen.
De Standaard, 1995
Tanzanianen, maar eigenlijk Afrikanen in het algemeen, zijn gek van Europees voetbal, voornamelijk van de Engelse premier league.
http://tot-hier-en-verder.blogspot.nl/2011/04/tanzania-het-leven-zoals-het-is.html, 26 maart 2011
Van de Tanzanianen is ongeveer 30% christen, een iets grotere groep is moslim. De anderen hangen vooral animistische religies aan, waarin zij vaak meerdere goden en ook de natuur vereren. De Indiërs in Tanzania zijn meestal hindoes.
http://www.sawadee.nl/familieavontuur/afrika/tanzania/
De Tanzaniaan Francis Nade en de Kenyaanse Hellen Kimaiyo wonnen de derde wedstrijd van de Pickwick Run Classics.
Meppeler Courant, 1993
De Ugandezen zouden de Tutsi's moeten beschermen, de Tanzanianen de Hutu's.
De Standaard, 1996
De Tanzaniaan Andrea Smbu finishte als derde op 27 sekonden.
De Standaard, 1995
Het optreden van Hukwe Zawose vandaag zaterdag op het Sfinks-festival zou de verfijnde kracht van de Tanzaniaan beter bekend moeten maken.
De Standaard, 1996
Hier en daar poogden de soldaten de Rwandese Hutu's wel met stokslagen tegen te houden, maar ze konden tegen de overmacht niet op. Op sommige plaatsen poogden de soldaten de mensenmassa ook met traangas voor zich uit te drijven. De oorspronkelijke bedoeling van de Tanzanianen was om de vluchtelingen allemaal de grens met Rwanda over te drijven. Maar dat lukte duidelijk niet.
De Standaard, 1996