Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tafeltennisser

betekenis & definitie

iemand die tafeltennist.

iemand die in competitieverband of voor zijn plezier tafeltennis speelt; iemand die tafeltennist; tafeltennisspeler.

Voorbeelden:
Paul Haldan wil enige maanden niet voor het Nederlands team uitkomen. De 28-jarige tafeltennisser heeft de NTTB laten weten wegens werkzaamheden niet beschikbaar te zijn.
Meppeler Courant, 1993

Op de nieuwste wereldranglijst prijkt tafeltennisser Jean-Michel Saive op de derde plaats. Onze landgenoot volgt in het spoor van twee Chinezen: wereldkampioen Kong Linghui en olympisch dubbelspelkampioen Wang Tao.
De Standaard, 1996

Of haar concurrentes hebben gewonnen, kan Vriesekoop weinig schelen. Een beetje ervaren tafeltennisser weet dat elke volgende opponent een lastige is.
NRC, 1995

Een bat is een houten plank met aan iedere kant een paar lagen rubber met wat lijm ertussen. Maar het bat is voor tafeltennissers veel belangrijker dan het racket voor tennissers.
NRC, 1994

< >