muzikant die op straat speelt.
muzikant die op straat speelt, voor zijn beroep of uit liefhebberij.
Voorbeelden:
Zijn gezicht nog groezelig van de tranen, keek zijn kind plotseling opgetogen naar de hoek van de straat waar een straatmuzikant een krukje neerzette. De man pakte een cello uit, ging zitten en streek. Kees snoof van weerzin. Zo'n vent is geen muzikant, hij wil een aalmoes. Hij vernedert zijn instrument tot een voorwendsel [...]. Armoedzaaiers zijn het, zwervers in vieze overjassen.
Joyce Roodnat, 't Is zo weer nacht, 2001
Straatmuzikant is hij om verschillende redenen. "De eerste is heel simpel. Van een uitkering kan ik mijn auto niet betalen. Maar ik doe het natuurlijk ook voor mijn plezier. Het is ook een manier om mijn eigen nummers, die ik voor de groep schrijf, uit te proberen. Hierbij leg ik geen commerciele maatstaven aan: het is niet zo dat hoe meer geld ik op een terras ophaal, hoe beter ik de gespeelde nummers vind."
NRC, 1994