Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

sportvisser

betekenis & definitie

iemand die als hobby vist.

iemand die uit liefhebberij in wedstrijdverband of als individuele vrijetijdsbesteding vissen probeert te vangen, meestal met een hengel maar soms ook met andere vistuig en vaak met professionele vistechnieken.

Voorbeelden:
De sportvissers hadden bloederig vis- en vleesaas overboord gehangen om haaien, aan te lokken en ze hadden al een flinke voshaai gevangen.
http://home.hccnet.nl/r.van.vliet/Diverse_haaien/MiddellandseZee/body_middellandsezee.html

De wilde zalm wordt in een rivier geboren. Hij zwemt naar zee en keert, na een verblijf van circa twee jaar in de Atlantische Oceaan, terug om zich voort te planten. De zalm die op zee gevangen wordt, krijgt dus geen nageslacht. Dat is wat de laatste tientallen jaren op grote schaal is gebeurd met de Atlantische zalm - door overbevissing op zee werd hij met uitsterven bedreigd. Tot droefenis van de sportvissers die in de glasheldere rivieren van Schotland of Noorwegen en IJsland op zalm vissen.
NRC, 1995

In het staatsblad verschenen aanvullende maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en de controle op de visserijactiviteiten. De aanpassing was nodig omdat steeds meer sportvissers met grote sleepnetten in zee gingen [...]. De sportvissers mogen hun "hobby" niet uitoefenen voorbij de zone van drie zeemijl van de kust.
De Standaard, 1996

Door sportvissers wordt vooral gebruik gemaakt van de hengel en in enkele gevallen van een peur. Sportvissers maken daarnaast in sommige gevallen ook gebruik van beroepsmatige vistuigen.
http://www.minlnv.nl/infomart/parlemnt/2002/par02115.pdf, 2002

De sportvissers begaven zich op het meer, op jacht naar vroege vissen.
Andy McNab, Crisis four, 2000

Voor een visvergunning kunnen de sportvissers terecht bij ruim 1000 hengelsportverenigingen in Nederland.
Meppeler Courant, 1995

< >