gebouw voor sportbeoefening.
gebouw dat bestemd is voor het bedrijven van sport, zoals een sporthal, fitnesscentrum of een gymzaal; gebouw dat bestemd is voor sportbeoefening.
Voorbeelden:
De gemeente Assen telt ongeveer 400 gebouwen die openbaar en voor het publiek toegankelijk zijn. Ze zijn verdeeld in negen categorieën, zoals bijeenkomstgebouwen (restaurants, cafés, kerken, kinderopvang), gezondheidszorggebouwen, industriegebouwen, kantoorgebouwen, logiesgebouwen (hotels, motels, pensions), sportgebouwen (gymzalen, sporthallen, fitnesscentra) en winkelgebouwen.
Nieuwsblad van het Noorden, 2001
Guggenheimer stapte uit, en liep het sportgebouw binnen. Hij zag De Volder bijna meteen, geconcentreerd aan een snookerstrijd bezig tegen een andere lul met een baard.
Herman Brusselmans, Uitgeverij Guggenheimer, 1999
Burgemeester en wethouders van Brederwiede willen ongeveer een half miljoen gulden uittrekken voor onderhoud van sportgebouwen (90.000) en sportaccomodaties (400.000) in de gemeente.
Meppeler Courant, 1995
De Ruiner Kleindieren Club RKC houdt haar jaarlijkse clubtentoonstelling van 10 tot en met 12 november in het sportgebouw aan de Wolvenweg in Ruinen.
Meppeler Courant, 1994
De complete bouwaanvragen worden allen op brandveiligheid getoetst. De eengezinswoningen, kleine verbouwingen en bijgebouwen door de afdeling Bouwbeheer. Aanvragen met betrekking tot woningcomplexen, bedrijfsgebouwen, kantoren, winkels, horeca- en logiesgebouwen, scholen, sportgebouwen en agrarische bedrijven worden voor een integrale toetsing aan de brandweer voorgelegd. De brandweer brengt binnen vier weken advies uit.
http://www.enschede.nl/Default.htm
Ruinen heeft het bestaande sportgebouw verbouwd en het plein tussen de voetbalkantine en het sportgebouw volgebouwd met nieuwe voorzieningen.
Meppeler Courant, 1993
Inmiddels zijn gemeentebreed voor de noodzakelijke aanpassingen in alle (geprivatiseerde) sportgebouwen de benodigde budgetten uitgevoerd.
http://www.hardenberg.nl/smartsite1030.htm, 2002