Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

spoorwegpersoneel

betekenis & definitie

personeel van de spoorwegen.

personeel van de spoorwegen; groep mensen die voor de spoorwegen werkt.

Voorbeelden:
Een vakbondsman dreigde in het conflict met de NS dat het spoorwegpersoneel zich een dag collectief ziek zou melden.
NRC, 2001

Minister van Verkeer Michel Daerden probeert de uitslaande brand tussen de NMBS-direktie en het spoorwegpersoneel te blussen.
De Standaard, 1995

Door spontane stakingen van het spoorwegpersoneel lag het treinverkeer in Wallonië gisteren bijna volledig lam.
De Standaard, 1995

Spoorwegpersoneel roept de dienstmededelingen via megafoon om.
De Standaard, 1995

Deze keer zijn boeren en spoorwegpersoneel woedend omdat de legerstaf heeft toegegeven dat reservisten hebben geoefend in het bedwingen van opstandige boeren en stakende spoorwegmensen.
De Standaard, 1996

De Regiorunner rijdt sinds 29 augustus op proef tussen Roosendaal en Dordrecht. Reizigers en spoorwegpersoneel klaagden meteen al over een enorme 'rotherrie'.
Meppeler Courant, 1994

Het spoorwegpersoneel in Brussel gaf gisteren massaal gevolg aan de stakingsoproep van de vakbonden CVCC en ACOD.
De Standaard, 1995

< >