beroepsvoetbal.
beoefening van de voetbalsport als beroep; geheel van clubs die profvoetbal spelen.
Voorbeelden:
Profvoetbal is resultaatvoetbal. Goede uitslagen trekken sponsors aan en maken het mogelijk deel te nemen aan Europese competities, met als exponent de vetpot van de Champions League. Resultaten betekenen geld en dat geld bepaalt het welzijn en zelfs het voortbestaan van een profclub.
http://www.antwerpsupporter.be/archief/trainers.htm
Evenals in het profvoetbal waar zelfs doorgewinterde oud-profs, zoals bijvoorbeeld Willem van Hanegem, door de KNVB verplicht worden gesteld om hun diploma te halen, ontkomt ook een oud-prof die training geeft aan amateurs niet aan deze toch wat kromme eis van de bond.
Meppeler Courant, 1993
Rijvers zegt de ambitie te hebben om als coach terug te keren in het profvoetbal.
NRC, 1993
In de media wordt de sterke man van Club intussen achtervolgd door spelersverhalen die niet altijd een beschaafd beeld ophangen van de onderhandelingspraktijken in het geldzieke profvoetbal.
De Standaard, 1996
Bovendien kan per speeldag maar één van de negen wedstrijden worden lamgelegd door het catenaccio van René Vandereycken, zodat de gemiddelde amusementswaarde van het product profvoetbal in de voorbije elf speeldagen binnen redelijke perken is gebleven.
De Standaard, 1996
Het profvoetbal met zijn uitwaaierende financiële en economische belangen heeft nood aan jonge, professionele bestuurders die verder kijken dan de eigen belangen en het welzijn van de hele sector beogen.
De Standaard, 1997
