Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

politiepersoneel

betekenis & definitie

personeel van de politie.

personeel van de politie; groep mensen die voor de politie werkt.

Voorbeelden:
Er moet een nationaal uitzendbureau voor politiepersoneel komen om korpsen te kunnen ontlasten in drukke perioden.
NRC, 1995

Als oorzaken van de wetteloosheid die in het voormalige Krajina heerst noemt het rapport een tekort aan professioneel politiepersoneel en een "gebrek aan bereidheid bij de Kroatische autoriteiten om krachtige preventieve maatregelen te nemen tegen schenders van mensenrechten".
De Standaard, 1996

Het overgrote deel van de 350 miljoen ging niet op aan gebouwen maar aan mensen. Dat is op zich uitstekend, want Nederland wordt alleen veiliger door een royalere inzet van politiepersoneel, en niet door het bouwen van regio- en districtskantoren.
NRC, 1995

Zondagochtend omstreeks half elf constateerde politiepersoneel dat de arrestant op de grond van zijn cel lag.
NRC, 1994

De politie bestaat uit burgerpersoneel en politiepersoneel.
http://www.overpelt.be/index.wsql

De verwachting voor de toekomst is dat zo'n tien procent van het politiepersoneel uit surveillanten zal bestaan, wat betekent dat er dan in Meppel ongeveer zes surveillanten werkzaam zullen zijn.
Meppeler Courant, 1995

< >