Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

pinksterweekeinde

betekenis & definitie

pinksterweekend.

weekeinde waarin Pinksteren valt; weekeinde van Pinksteren; pinksterweekend.
In tegenstelling tot gewone weekeinden bevat het pinksterweekeinde ook de maandag (tweede pinksterdag).

Voorbeelden:
Bloemendaal organiseert in het pinksterweekeinde (20 tot en met 23 mei 1994) het Europa Cup I-toernooi voor mannen en vrouwen.
NRC, 1993

De strandreddingsbrigade Westerschouwen maakt zich op voor het pinksterweekeinde, in de regel het drukste weekend van het jaar en de voorbode van het naderende toeristisch seizoen op Schouwen-Duiveland.
Provinciale Zeeuwse Courant, 2002

De Amerikaanse dollar liet zich na het lange Pinksterweekeinde in Europa niet van zijn sterkste kant zien.
NRC, 1993

< >