niet gebonden aan (een bepaalde) taal.
niet gebonden aan taal of een bepaalde taal; niet verbonden met taal of een bepaalde taal; niet behorend bij, niet kenmerkend voor, geen betrekking hebbend op taal of een bepaalde taal.
Voorbeelden:
Naar verwachting zou Happart de toezegging hebben gekregen dat het college van gouverneurs, dat de voogdij over Voeren uitvoert, ook bevoegdheid krijgt om niet-bindende adviezen te geven over taalkwesties. De gouverneurs zijn nu alleen bevoegd te adviseren over niet-taalgebonden zaken.
NRC, 1995
Als ik iemand vraag om me te voelen, laten ze even hun vastgeroeste ideeën en overtuigingen over zichzelf varen en krijgen ze opnieuw verbinding met hun eigen gewaarwording van hoe het is om te leven en soeverein te zijn. Dat voelt goed. Het is een soort onbegrijpelijke, niet-taalgebonden verbinding. Hij wordt verbroken als we proberen hem te begrijpen of uit te leggen.
http://www.avatar.nl/nederlands/watmain.html
Vanaf '76 vond nog een tweede mentaliteitswijziging plaats. Steeds meer zou het muzikale aspect op de voorgrond treden [...]. Men offerde het woord op aan de muziek en omzeilde daardoor het pijnlijke euvel van de gebrekkige taalvaardigheid. Dit woordloos, niet-taalgebonden cabaret was voor Vlaanderen vrij nieuw.
http://home.planetinternet.be/~sintlod8/kleinkunst/kleinkunst_1.htm
Vanaf de jaren '50 is de Belgische politiek zich gaan bipolariseren tussen het noorden en het zuiden terwijl die tegenstelling tevoren niet aanwezig was. Deze tweeledigheid heeft zich opgebouwd en versterkt door verschillende gebeurtenissen: creatie van de taalgemeenschappen, splitsing van de nationale partijen, de media en de scholen en creatie van de gewesten die belangrijke niet-taalgebonden bevoegdheden hebben verworven.
http://www.belgischeunie.be/nederlands/indexnl.htm