kapotmaken.
kapotmaken; verloren doen gaan.
Voorbeelden:
Franka die zijn glazen heeft ingegooid, die zijn kans om zijn verdiende loon te krijgen in één klap naar de filistijnen heeft geholpen.
Renate Dorrestein, Zonder genade, 2001
"Wilgo is afgegleden. Maar toch vind ik hem geen echte crimineel. Hij heeft alleen zichzelf naar de filistijnen geholpen. Hij heeft geboet voor zijn fouten."
http://www.parool.nl/artikelen/HOM/1049952274777.html, 2003