het kan mij niets schelen.
Voorbeelden:
Alle andere meisjessupporters hadden spijkerbroeken aan. En omdat je mijn knieën nog beter kon zien als ik zat, moest ik de hele wedstrijd blijven staan. De anderen zaten wel. Mij een biet, dacht ik. Maar het kon me wel schelen.
Hannes Meinkema, Het wil nog maar niet zomeren, 1981