lopend.
lopend; te voet.
Voorbeelden:
Vroeger deed men alles met de benenwagen.
http://www.emmen.nl/
"De vouwstep is al weer grotendeels uit het schoolbeeld verdwenen", vertelt Marijke Snellen, ondersteunend personeelslid van basisschool Klim Op in Megen. "Tegenwoordig komen ze weer met de benenwagen."
Brabants Dagblad, 2001
Toen hij de politie ontwaarde ging hij er opnieuw als een haas vandoor, ditmaal echter met de benenwagen.
Meppeler Courant, 1994
De ene taxi na de andere weigerde ons mee te nemen. 'We vervoeren geen dronken studenten meer. Altijd gedonder met die lui. Ga maar met de benenwagen.'
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, 1983
Kent u het verband tussen ogen en schouw? Toch blijven we iets in ogenschouw nemen. Tussen benen en wagen? Toch blijven we met de benenwagen gaan. Twee duimen en draaier? Toch blijft hij die zich verveelt, een duimendraaier.
De Standaard, 1996