huis van een koopman.
huis in burgerlijke stijl waarmee een koopman destijds zijn welstand toonde; huis van een koopman.
Voorbeelden:
Aan de Gouden Eeuw van Antwerpen, de periode van ruwweg 1530 tot 1630, herinnert niet zo heel veel meer. De middeleeuwse kathedraal verheft zich nog boven de stad, het Vleeshuis en het stadhuis bieden nog een indruk van de 16de-eeuwse stedetrots en een aantal zwaargerestaureerde koopmanshuizen verwijzen eveneens naar de vroegere voorspoed. Maar veel is afgebroken, vervangen door 19de-eeuwse architectuur, die zelf ook weer moet wijken voor het moderne bouwen.
NRC, 1993
Op enkele punten van het oude spoortracé door de binnenstad kan in de toekomst gebouwd worden. Aan de Wijnhaven, vlakbij de bekende kubuswoningen, verrijst op dit moment een rijtje oude koopmanshuizen. De huizen zijn voor de bouw van de spoortunnel steen voor steen afgebroken en opgeborgen in containers.
NRC, 1993
Er was in ieder geval een levendige handel in de Ordinka-buurt, een traditie die in de tsarentijd werd voortgezet. De koopmanshuizen, in vele maten en stijlen, getuigen daarvan. Veel huizen zijn gerestaureerd of opgeverfd door Ruslands nieuwe kapitaal. In de zijstraten wordt nog veel opgeknapt. Tijdens dat werk kun je soms zien dat de huizen grotendeels van hout zijn; alleen het fundament of de eerste laag is van steen.
De Standaard, 1996