Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Koeweiti

betekenis & definitie

iemand uit Koeweit.

iemand met de Koeweitse nationaliteit; iemand die behoort tot het Koeweitse volk; iemand die afkomstig is uit Koeweit; inwoner van Koeweit.
In het meervoud ook in toepassing op het volk.

Voorbeelden:
Als je met zevenhonderdvijftigduizend mensen tien procent van de wereldolievoorraad bezit ben je het rijkste volk op aarde. Koeweiti's hoeven in hun leven dan ook niet te werken, althans niet hard te werken. Het harde werk wordt er gedaan door de ongeveer tweeënhalf miljoen buitenlanders die op contractbasis in het land verblijven.
Ronald Giphart, Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, 2002

Niemand weet echt wat hij moet doen. Er zijn mensen die een gasmasker bij zich dragen, maar moeten ze dat al opzetten? Of moeten ze wachten op de tweede sirene, die waarschuwt dat het echt gevaarlijk wordt? En moeten ze eigenlijk naar een schuilkelder en zo ja, waar is die dan? Het zijn vragen die schreeuwen om een antwoord. Vragen die eigenlijk niet gesteld moeten worden na de uitgebreide campagne die weken werd gevoerd. Er werd vaak niet eens naar geluisterd, overtuigd als de Koeweiti's waren van Saddams onmacht om hun hoofdstad te bestoken.
Rotterdams Dagblad, 2003

Van de werkende Koeweiti's staat 97 procent op de loonlijst van de overheid.
NRC, 1995

< >