Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

Israëliet

betekenis & definitie

iemand uit het Bijbelse Israël.

iemand die behoorde tot het bijbelse volk van Israël.
In het meervoud ook in toepassing op het volk.

Voorbeelden:
De Israëlieten zwierven veertig jaar om in de woestijn.
Kristien Hemmerechts, Een jaar als (g)een ander, 2003

Beroemd is het 19de eeuwse tabernakelmodel, een prachtige reconstructie van het draagbare heiligdom dat de Israëlieten in de woestijn onder leiding van Mozes bouwden.
http://www.bijbelsmuseum.nl/

Wanneer zijn de Israëlieten eigenlijk monoteïsten geworden in de echte betekenis van het woord?
De Standaard, 1996

< >