Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

invalkracht

betekenis & definitie

invaller; waarnemer.

iemand die tijdelijk het werk of de functie van een ander overneemt; tijdelijke arbeidskracht; in de sport ook: speler die normaal niet in de basisopstelling staat, maar de plaats inneemt van een basisspeler; invaller; waarnemer.
Vaak, maar niet uitsluitend, in het onderwijs.

Voorbeelden:
De situatie op de meeste scholen is zo langzamerhand uitzichtloos. Invalkrachten zijn er niet meer. Twee van mijn collega's hebben aangegeven weg te gaan, anderen gaan met pensioen en van diegenen die overblijven, zijn de meesten 40-plus.
de Volkskrant, 2001

Zuchtend raapte de invalkracht haar Privé's en Story's bij elkaar en begaf zich naar haar koninkrijk.
Diane Broeckhoven, Het verkeerde keelgat, 1998

Bij Kits Oonlie zijn verschillende invalkrachten werkzaam op de verschillende vestigingen en verschillende groepen. Ten bate van de continuïteit van de zorg trachten wij zoveel mogelijk de oproepkrachten op dezelfde groepen in te zetten.
http://www.kits-oonlie.nl/vestigingen/invalkrachten.html, 18 september 2015

Om een goed beeld te vormen van een invalkracht is besloten dat zij/hij door de schooldirecteur beoordeeld moet worden. De beoordeling wordt gedaan op bijgaand formulier.
http://www.o2a5.nl/library/document/Beoordelingsformulier_invalkracht_O2A5.pdf

Wij zoeken per direct invalkrachten. Wij zijn op zoek naar een peuterspeelzaalleidster die leidsters kan vervangen bij bijvoorbeeld ziekte of scholing. Voor deze functie ben je flexibel inzetbaar op de locaties.
http://peuterspeelzaaldetriangel.nl/vacature-invalkracht/, 28 oktober 2015

< >