iemand of iets ontwijken.
iemand of iets ontwijken; iemand of iets vermijden.
Voorbeelden:
Wij gaan niet uit de weg voor valse dreigementen dat de uitbreiding van de EU dan in gevaar komt.
NRC, 1994
Deze fundamentele zaken helemaal uit de weg gaan kan de top echter niet.
Trouw, 2000
Vooral bevelen we films aan die haaks staan op de heersende trend, met veel respect voor de film en zijn makers. Zonder evenwel de polemiek uit de weg te gaan.
http://www.filmmagie.be/filmentelevisie.html
Ook de literatuur kan dit grote debat dus niet uit de weg gaan.
De Standaard, 1997
Vragen over de kritiek op de organisatie gaat men uit de weg.
Trouw, 2001