Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

huishoudwerkloosheid

betekenis & definitie

werkloosheid voor een heel huishouden.

werkloosheid voor alle leden van een huishouden; situatie waarin geen enkel lid van een bepaald huishouden betaald werk heeft.

Voorbeelden:
Werkloosheid kan men meten op individueel niveau (hoeveel mensen zijn niet aan het werk?) en op huishoudniveau (hoeveel mensen leven in een huishouden waar niemand werkt?) [...]. In België is deze polarisatie sterk en leven veel mensen in een werkloos huishouden. Huishoudwerkloosheid is geconcentreerd in de groep van de alleenstaanden.
http://dare.uva.nl/record/1/475715, 2015

De vaststelling is van belang omdat de huishoudwerkloosheid, meer dan de individuele werkloosheid, samenhangt met de armoedecijfers. Als een werkloze een gezin vormt met iemand die werkt, is het armoederisico kleiner dan wanneer geen enkel gezinslid werkt.
http://www.standaard.be/cnt/dmf20150514_01682077, 15 mei 2015

Er is een link tussen huishoudwerkloosheid en kinderarmoede.
https://twitter.com/mariannecoopman/status/599096381219954688, 14 mei 2015

< >