Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

hotel

betekenis & definitie

overnachtingsgelegenheid.

overnachtingsgelegenheid met overwegend een- en tweepersoonskamers tegen boeking per nacht, waar reizigers en toeristen kamer en ontbijt, halfpension of volpension kunnen krijgen, en waar vaak extra faciliteiten aanwezig zijn zoals een restaurant, een bar, een lounge, vergaderruimte, fitnessruimte, of een zwembad.

Voorbeelden:
Alle ruime kamers in dit mooie hotel zijn voorzien van een balkon, een tweepersoonsbed of twee aparte bedden, minibar, satelliet-tv, telefoon, kluisje, airconditioning, bad, toilet en een haardroger.
http://www.dekker-bridge.nl/side.htm, 2004

Verblijft u in een hotel dan zijn de kamers vanaf 14.00 uur beschikbaar en dient u de kamer op de dag van vertrek tussen 9-10 uur te verlaten.
http://www.cirkel.nl/

< >