Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

horecazaak

betekenis & definitie

bedrijf uit de horecasector.

commercieel bedrijf dat logies en/of spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse verstrekt, zoals een hotel, restaurant, snackbar, café enz.; bedrijf uit de horecasector.

Voorbeelden:
Je hebt verantwoordelijkheidsgevoel en ambitie, want je wilt mogelijk je eigen horecazaak openen. De opleiding: Jij leert hoe je vakkundig een restaurant, hotel of café runt. Na de opleiding beheers jij de zakelijke kant van het vak, zoals het overzicht houden op de financiën en de dranken voedingsmiddelenvoorraad.
http://www.a12.nl/mbo%20opleidingen/horeca%20toerisme%20recreatie%20wellness/horeca/manager%20ondernemer

Tientallen horecazaken in Gelderland krijgen speciale apparatuur waarmee hun klanten de hoeveelheid alcohol in hun bloed kunnen meten.
http://www.omroepgelderland.nl/web/nieuwsartikel/808471/Blazen-in-horecazaak-voor-autorit.htm, 2010

De snackbar is van alle eettentjes duidelijk het meest populair. Bijna 90 procent van de mensen bezoekt weleens een horecazaak en een kwart van deze consumenten komt in snackbars.
Meppeler Courant, 1996

< >