liefhebber van honden.
iemand die veel van honden en het verzorgen daarvan houdt; liefhebber van honden.
Voorbeelden:
De slimste honden vormden bendes. Honden die uit de asiels waren ontsnapt, uit de tehuizen voor verwaarloosde dieren waar ze per pond aan hondenliefhebbers werden verkocht, honden die telkens weer aan de moordende ijzeren lus van de hondemeppers waren ontkomen.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, 1983
De heer Whiting was een hondenliefhebber en bezat Ierse wolfshonden die verschillende lokale, provinciale en nationale prijzen hebben gewonnen.
Porter Shreve, De necrologieschrijver: een obsessieve zoektocht, 2001
De burgemeester van Elsene schorste een hoofdinspecteur van zijn politiekorps. Pierre B. uit Vorst werd woensdagavond aangehouden wegens het opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen aan een hondenhandelaar uit Aspelare [...]. De hoofdinspecteur is hondenliefhebber en lid van verscheidene dierenbeschermingsverenigingen.
De Standaard, 1996
Het opgewekte karakter van de schapendoes geeft hem in combinatie met zijn harige uiterlijk en zijn opvallend ronde grote donkerbruine ogen de aantrekkingskracht, waarvoor menig hondenliefhebber is bezweken.
http://www.geocities.com/vereniging_schapendoes/start_nl.htm, juni 2001
Met hondenliefhebbers kon ik ellenlange gesprekken voeren over de cockerspaniël, met secretaresses over papier.
Annelies Verbeke, Slaap!, 2003
Nadat marktonderzoekers al hadden aangetoond dat poezenliefhebbers meer van Spa en tennis, en hondenliefhebbers meer van voetbal en bier houden, blijkt nu dat de eersten meer in Amsterdam, de tweeden meer in Rotterdam bij elkaar zijn komen wonen.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000