Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

hockeyteam

betekenis & definitie

hockeyploeg.

team dat hockey speelt.

Voorbeelden:
De gedachte aan niveauverschillen in het hoger onderwijs doet denken aan pogingen een voetbalelftal te vergelijken met een hockeyteam.
NRC, 1993

Hij was midvoor van ons hockeyteam en op verzoek van enkele klasgenoten was ik ook meegegaan.
Hans van der Kamp, Nette mensen in een nieuwe tijd, 1993

Bij de gouden medaillewinnaars waren atleten zoals sprintster Cathy Freeman en zwemmers, Ian Thorpe, Michael Klim en Grant Hackett evenals het vrouwelijk hockeyteam, de Hockeyroos.
http://www.austemb.be/inov/inovnl/fs07.htm

Het zou België daarbij handig uitkomen indien zich nog net één atleet meer kwalificeert. Dan mag er een begeleider meer uitrukken: 36 in plaats van 35 [...]. België zit op dat vlak nogal krap (heel wat atleten dringen aan op hun persoonlijke coach), vooral nu het hockeyteam zich niet kon plaatsen, wat enkele extra plaatsen zou hebben opgeleverd.
De Standaard, 1996

Aan het Europa Cup 2-toernooi in Birmingham doen twee hockeyteams uit Rusland mee.
NRC, 1993

< >