economie die groeit.
economie die gericht is op groei; economie die een sterke groei doormaakt.
Voorbeelden:
De Belgen consumeren te weinig en daarom draait de economie niet goed, zeggen onze beleidsverantwoordelijken. Dergelijke uitspraken geven blijk van een blind geloof in de groei-economie.
De Standaard, 1996
Natuurlijk is de PvdA niet alleen verantwoordelijk voor dit onterecht geloof in de terugkeer van de groei-economie, maar ze zou wat meer visie moeten opbrengen dan de andere partijen en wat minder moeten streven naar een "pragmatisch" beleid: pragmatische partijen hebben we al genoeg in Nederland.
NRC, 1993
We brengen China's groei-economie in beeld aan de hand van de belangrijkste economische ader van het land; de Yangtze-rivier - met zijn 6300 km de langste rivier van China.
http://www.ikonrtv.nl/uitzendingDyn.aspx?lIntType=22&lIntEntityId=213