een zwak hebben voor iemand of iets.
een zwak hebben voor iemand of iets; een voorliefde hebben voor iemand of iets; iemand of iets graag mogen.
Minder frequent dan de variant een boontje hebben voor iemand of iets.
Voorbeelden:
Ik heb altijd een boon gehad voor belezen vrouwen.
Herman Brusselmans, Mank, 2002