[b]gemakkelijk of comfortabel leven; leven op gemakkelijke wijze; leven op een specifieke manier.
De manier van leven wordt vaak expliciet uitgedrukt in een extra bepaling, zoals gelukkig, kerngezond, stoned, vief[/b]
Voorbeelden:
Bij flierefluiter moet ik toch ook onmiskenbaar denken aan een vrolijk iemand, die door het leven huppelt ... zonder daarom een nietsnut te zijn.
http://www.woordvandedag.nl/Woord.aspx/Flierefluiter, 8 november 2008
Het doet ze dan pijn om onze Lukas gelukkig door het leven te zien huppelen.
http://www.nd.nl/artikelen/2008/november/26/de-upside-van-down, 26 november 2008
Het is gewoon goed balen als je lichaam hapert op belangrijke onderdelen [...]. Misschien ben je wel bang voor wat er komen gaat. Of boos omdat dit nu juist jou gebeurt. Verdrietig vanwege dromen die nooit zullen uitkomen. Jaloers omdat andere mensen kerngezond om je heen door het leven lijken te huppelen.
http://www.eo.nl/programma/jong/2010-2011/page/Leven_met_een_handicap/articles/article.esp?article=11223325
Naast haar man horens zetten, z'n geld sneller opmaken dan hij het kon verdienen, martini's zuipen, en stoned door het leven huppelen alsof de earth's core zich in haar gepiercete navel bevond, voerde ze geen klap uit.
Herman Brusselmans, Uitgeverij Guggenheimer, 1999
Mellenberg was zelf gemarteld, maandenlang en hoe vief huppelde hij nog door het leven!
J.M.A. Biesheuvel, De heer Mellenberg, 1977