Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

dierenwinkelier

betekenis & definitie

uitbater van een dierenwinkel.

iemand die voor zijn beroep een dierenwinkel uitbaat; uitbater van een dierenwinkel.

Voorbeelden:
Onbekenden hebben dinsdag een zeldzame slang 'te vondeling gelegd' voor de deur van een voormalige dierenwinkelier in Den Haag. Het reptiel is opgevangen door reptielenzoo Serpo die de vondst donderdag bekendmaakte.
http://forum.lacerta.nl/viewtopic.php?f=136&t=21256, 10 juni 2010

Elke dag ziet Daan in het bos een meisje. Hij wil dolgraag met haar mee, maar hij durft niet te vragen of ze dat goedvindt. Dus leert hij een papegaai praten: dan kan die het voor hem vragen! Maar terwijl hij op het meisje zit te wachten, verwisselt een dierenwinkelier de pratende papegaai stiekem voor een die niet kan praten.
http://www.boek.be/boek/het-papegaaienplan, 30 mei 2006

< >