de energie en lust om iets te ondernemen verdwijnt (langzamerhand).
Voorbeelden:
Je kon niet meer elke avond naar één of andere redactie, jam session, tentoonstelling of avant-gardetoneel. Ik had mijn werk als leraar. Voor de rest ging de fut er wat uit.
Clem Schouwenaars, Liliane, of De spiegelingen van leugen en liefde, 1983
In heel Europa stoomden de aandelenbeurzen gisteren op volle kracht vooruit. Maar toen in de late namiddag Wall Street zijn aanvankelijke winst moest prijsgeven, ging de fut er wat uit.
De Standaard, 1997
Toen ging ook bij mij de fut er wat uit en ik werkte alleen nog door als er een beloning aan vastzat.
Clem Schouwenaars, Danny, 1978
