iemand die de cultuur bekritiseert.
iemand die, meestal negatieve of ongunstige, kritiek heeft op de bestaande cultuur en de uitingen daarbinnen; iemand die de cultuur bekritiseert.
Voorbeelden:
Jammer genoeg is ook de tijd van ergernis voorbij, broodnodig voor een cultuurcriticus als Komrij die teert op het gestuntel van zijn medeburgers.
De Standaard, 1996
Als zodanig leverde het multiculturalisme de hoognodige boost voor de inzakkende economie van begin jaren '90. "This revolution," zoals de cultuurcriticus Richard Goldstein over het multiculturalisme opmerkt, "turned out to be the savior of late capitalism." Bovendien, zoals vooral Zizek benadrukt, fungeert het multiculturalisme als een soort rookscherm waarachter het mondiale kapitalisme zich kan verschuilen.
http://www.eur.nl/oos/sv/sg/index/index11.html, 2002
Cultuurcritici blijken een nogal somber beeld te koesteren over de gevolgen van deze ontwikkelingen voor de onderlinge betrokkenheid en het maatschappelijk engagement van moderne burgers.
http://www.aup.nl/do.php?a=process_visitor_download_id=585
