het breeddenkend zijn.
het breeddenkend zijn; eigenschap die eruit bestaat dat iemand of een groep personen geen bekrompen, benepen opvattingen heeft of koestert, maar openstaat voor allerlei (nieuwe) zienswijzen, ideeën, denkbeelden, meningen, stromingen, handelingen e.d.; het ruim in zijn of haar opvattingen zijn; ruimdenkendheid.
Voorbeelden:
Aan de andere kant: Mensje van Keulen, die vroeger toch ook deel uitmaakte van uw literaire vriendenkring, was allesbehalve gelukkig met bepaalde fragmenten in het jongste deel van uw geheim dagboek. "Dat vond ik erg kleinburgerlijk van haar. Want wat heb ik tenslotte over haar in de openbaarheid gebracht? Alleen dat ze in een dronken bui nogal aanhalig tegenover mij werd. Nou, is dat zo verschrikkelijk? Voor de vrouw van Bert Bakker zal het ook wel niet plezierig geweest zijn, toen ze die scène over haar man in het bordeel las. Maar daarom zeggen Bert en Yteke me de vriendschap nog niet op. Dat zijn namelijk normale, volwassen mensen. Van Mensje van Keulen had ik een zelfde breeddenkendheid verwacht."
De Standaard, 1996
Marlène de Wouters, het burgervrouwtje dat breeddenkendheid nabootst en voorts doet alsof ze met haar kletsprogramma een groter maatschappelijk belang dient dan de kijkcijfers, zou deze keer gepiercete en getatoeëerde zwamneuzen opzetten tegen principieel onversierde leuterkousen.
Rudy Vandendaele, Dwarskijker, 1996-1998
In de recente pedagogisch-didactische literatuur is het begrip 'vaardigheden voor de 21ste eeuw' niet meer weg te denken. Je komt het te pas en te onpas tegen. Het wordt vaak gebruikt als een soort passe-partout die dan iets van breeddenkendheid moet uitstralen. Zoals de laatste decennia vaak het geval is binnen het onderwijs, komen nieuwe stimulansen voor deze vaardigheden uit de economische en bedrijfswereld.
https://blog.acco.be/opvoeding-en-onderwijs/vaardigheden-21ste-eeuw-21st-century-skills/, 20 juni 2017
