Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bondscoach

betekenis & definitie

coach van een nationaal team.

iemand die namens een nationale sportbond het nationale sportteam coacht; coach van een nationaal sportteam.

Voorbeelden:
Eindelijk overtuigd van de beste speelwijze voor het Nederlands elftal heeft de bondscoach nog iets minder dan een week de tijd om zijn formatie met vleugelspitsen zo goed mogelijk neer te zetten.
http://www.oranje.nl/planet/show/id=963749/contentid=480750, 2004

Marco van Basten. De Utrechter die begin dit jaar door alle bondscoaches werd gekozen tot 's werelds beste voetballer.
NRC, 1993

'Ik wisselde met de bondscoach van gedachten over de taktiek, maar uiteindelijk is het zijn verantwoordelijkheid om de spelers en de manier van spelen te kiezen.'
De Standaard, 1996

Het accent bij de schermers is in de nieuwe opzet verschoven van presteren en punten halen naar begeleiding en accommodatie. Geld voor trainingskampen, accommodatie en een bondscoach is er nu niet.
De Telegraaf, 2001

< >