jas die vooral in de jaren 70 populair was, gemaakt van rijkelijk bestikt suède met franjes, vooral van schapenvacht.
Voorbeelden:
'Nou dan sodemieter je maar op!' riep ik op ditzelfde adres meer dan eens tegen B. want we waren inmiddels getrouwd en onze Ouders noemden Leen liefkozend 'een beetje jullie eerste kindje' en toen kon alles nog ineens te veel worden (1968), dus dan trok B. haar Afghaanse jas aan en nam Leen onder een arm en dan zag ik mijn jonge vrouw met onze wonderpoes de gracht af struikelen, nergens heen.
Kees van Kooten, De dood van mijn poes, 1984
De jaren '70 op de middelbare school was de soultijd. Wijde broekspijpen en blokhakken. Andere trend was die van vlinders van stof op je spijkerbroek naaien/strijken. De Afghaanse jassen waren een hot item. Tussen deze 'culturen' kleedde ik me met opgerolde spijkerbroek, daaronder gestreepte sokken met geitenwollen sokken daar overheen, daarbij passende oer-hollandse klompen.
http://www.schoolbank.nl/content.html?_a=view&id=1159, 22 juli 2009
Haar oude Afghaanse jas was voor een verkleedfeestje het huis uit gesmokkeld en nooit teruggekomen.
Barber van de Pol, Kriblijn, 2001
Mijn enige exhibitionisme had zich altijd alleen afgespeeld, voor de spiegel in damesslipjes van ma, veilig verscholen voor andere blikken dan de mijne. maar 'k liet mijn haar heerlijk lang groeien, droeg rijzige afghaanse jassen met bonte motieven, musketierslaarzen uit de theaterstock, ringen, prulwerk.
Alex Rosseels, Het blije lijden, 1980