(1780-1852). Dusseldorfse Akademie v.
B.K. (1802-1804), vormde zich verder zelf. o.a. door het kopiëren van werk van Rubens en Van Dyck. Werkzaam in Utrecht van 1804 tot 1823. behaalde aldaar in 1817 een gouden medaille, vervolgens in Londen tot 1831 en daarna weer in Utrecht. Was een van de oprichters en met Kobell de eerste directeur van het genootschap Kunstliefde te Utrecht; ook lid van de Koninklijke Academie te Amsterdam. Schilderde, etste en tekende veel portretten en portretminiaturen en genrestukken.
